-
1 prijs
2 [prijskaartje] price (tag)♦voorbeelden:een vaste prijs • a fixed/set price; 〈 vast tarief〉 a flat fare/ratevoor een zacht prijsje • at a bargain pricede prijs bepalen op • fix the price ateen hoge prijs maken • fetch a high priceeen prijs noemen • name a pricedat is nogal/stevig aan de prijs • that is a bit steep/rather costlybij de prijs inbegrepen • included (in the price)hoog/laag in prijs • high-/low-pricedbrandstof is in prijs gestegen/gedaald • (the price of) fuel is up/downonder/beneden de prijs verkopen • undersell〈 figuurlijk〉 tot elke prijs • at any price/cost, at all costsde prijs voor een retourtje • the return fareop dit lot is een prijs gevallen • this number has come up for a prizeeen prijs uitloven • put up a prizealtijd raak! altijd prijs! • everyone's a winner!in de prijzen vallen • be among the winnershij viel niet in de prijzen • he drew a blankmet de eerste prijs gaan strijken • carry off first prize -
2 extra
adj. extra, erbijkomend--------n. toegift; extra uitgave--------pref. buiten- (voorwoord)extra1[ ekstrə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 niet (in de prijs) inbegrepen zaak ⇒ exclusief iets, bijkomend tarief♦voorbeelden:————————extra22 superieur ⇒ uitmuntend, voortreffelijk♦voorbeelden:extra pay for extra work • extra betaling voor overwerkfour pound extra • vier pond extra————————extra3〈 bijwoord〉1 extra ⇒ buitengewoon, bijzonder (veel)♦voorbeelden: -
3 use of the sauna is an extra
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский